Puppygids

 

Een nieuwe vriend in huis?

Ben je zinnes je een nieuwe huisvriend aan te schaffen? Doe dit dan weloverwogen want je neemt een beslissing voor vele jaren. Doe het dus zeker niet impulsief en informeer je goed. Vraag raad aan mensen met ervaring (fokkers, hondenschool, rasvereniging,….)

Welke hond?

Elk ras heeft zijn typische eigenschappen. Ga dus na of het ras dat je voor ogen hebt en dat wat uiterlijk betreft je hart heeft gestolen ook in de praktijk aan je verwachtingen voldoet. Hoe zal zijn karakter zijn? Wat zijn de behoeften i.v.m. ruimte, beweging ? Kan ik hiervoor voldoende tijd opbrengen? Wat verwacht ik van mijn hond? Daarom is het zeer nuttig de rasbeschrijvingen aandachtig te lezen zodat je min of meer weet waaraan je te verwachten. Heb je voldoende tijd : breng eens een bezoek aan een hondententoonstelling zodat je eens met eigen ogen kan zien hoe een werkelijk mooi gebouwde hond van je voorkeurras eruit ziet.

Rasbeschrijving Golden Retriever

De Golden Retriever zou zijn ontstaan uit kruisingen tussen de gele Retrievers en een oud slag Water Spaniel. Later werden de Ierse Setter, de Bloedhond en enkele zwarte Retrievers ingekruist. Het is echter niet geheel duidelijk hoe het ras ontstaan is! Zeker is dat de Golden Retriever een zuiver overervend ras is geworden dat uniform is qua aard en uiterlijk. Het ras heeft uitstekende jachteigenschappen en apporteert van nature. Het is een uitstekende gezinshond, vriendelijk met kinderen en goed te trainen. Geef de hond echter iets te doen, want verveling slaat gauw om in destructief gedrag.

Gebruik: Jachthond

Activiteit: Minstens een uur per dag flink rennen. Lichaamsbeweging is vereist bij dit ras. Aangezien het ras goed is af te richten zijn gehoorzaamheids- of jachtproeven raadzaam. Laat de Golden Retriever niet te dik worden! Hou er rekening mee dat de Golden Retriever gek is op water!

Verschijning:

  • golden retriever contourAlgemeen: De Golden Retriever is een krachtige en symmetirsch gebouwde hond. Vriendelijke gezichtsuitdrukking. Lichaam is kort met diepe borst en goed gewelfde ribben. Rug is recht en sterk. Benen matig lang met zwaar bot. Tamelijk lange hals.

  • Kleur: Elke tint goud, of roomkleurig. Hoofd en schedel: Brede schedel, krachtige snuit niet te lang en vrij breed. Goede stop. Kaken sterk. Donkere ogen. Matig grote oren en hangend. Schaargebit.

  • Staart: Lang en recht. Mag niet vrolijk gedragen worden.

  • Voeten: Rond en katachtig.

  • Beharing: Lang, vlak of golvend. Goede bevedering, dichte ondervacht, kort op het hoofd en voorkant van de benen.

  • Schofthoogte: Reu: 55 - 61 cm, Teef: 51 - 56 cm. Grootte in verhouding tot de omvang van het hoofd.

  • Aard: Intelligent, Zacht, Vriendelijk, Gewillig, Uitstekende jachthond, Lief voor kinderen


Opvoeding

De eerste weken zijn van levensbepalend belang voor een goede karaktervorming van onze honden. Wij stellen dan ook alles in het werk om de puppietjes de best mogelijke begeleiding te geven zodat ze vanaf de grote dag eeuwige trouw kunnen zweren aan hun nieuwe baasjes. We geven ze dan ook de gelegenheid om zich in zo gevarieerd mogelijke situaties te ontwikkelen en uiteenlopende ervaringen op te doen o.a. met andere dieren, mensen, kinderen, geluiden, ….. Een geslaagde combinatie eigenaar/puppy geeft de grootste voldoening.

Wanneer jullie de pup mee naar huis nemen, zal hij zeven à acht weken oud zijn en klaar om met volle teugen van het leven te genieten. Dit wil zeggen dat hij openstaat voor haar omgeving en al aan een heleboel zaken gewoon is.

Wanneer de pups 3 weken oud zijn, zijn de oogjes en oortjes open, zetten ze hun eerste stapjes buiten het nest, en leren ze de wereld rondom zich ontdekken en beginnen ze alles onbevreesd te verkennen. Van deze weken maken wij dan ook intensief gebruik om onze puppies kennis te laten maken met alles wat ze in hun verdere leven als “deel van hun wereld” moeten gaan beschouwen: in eerste instantie zijn dit allerlei geluiden.. Het zijn een hele boel indrukken, en uw pup werd er bewust vanaf de leeftijd van 3 weken dagelijks mee geconfronteerd. Het is in deze periode heel makkelijk om puppies te laten wennen aan vreemde zaken en geluiden; ze kijken er even van op, maar wanneer mamma noch andere huisgenoten er op reageren, weten ze dat het O.K. is en spelen ze lustig verder.

Vanaf 5 weken laten we onze goldenpups ravotten in de speelweide die aan de ene kant naast de wei met kippen, eenden, geiten en parelhoenders. Mensen en kinderen geven we de gelegenheid om met onze pups te spelen. Weer nieuwe indrukken, die ook nu weer heel interessant gevonden worden zonder dat de pup angst heeft van het onbekende.

Wanneer de pup 7 weken oud wordt, heeft ze dus al een heel breed wereldbeeld en zal ze geen angst hebben van zaken die ze ook in haar verdere leven als normaal zal moeten beschouwen. Vanaf 7 weken neemt de vluchtangst plots sterk toe: alle onbekende dingen die de pup vanaf dan tegenkomt, zullen vluchtgedrag uitlokken. Dat is een oeroud instinct dat ook bij onze huishonden aanwezig is: op 7 weken gaan wolvenjongen verder weg van het veilige nest en vanaf dan ontwikkelt zich het vluchtgedrag voor onbekende dieren en situaties. Het wordt dus al moeilijker om de pup vlot aan vreemde dingen of situaties te leren wennen en er geen angst van te hebben.

Besef heel goed dat u uw pup nooit troost indien hij plots angstig op iets reageert waarvan u vindt dat hij er geen angst mag van hebben, bijv. de hond van de buren die steeds uitvaart aan de omheining : loop gewoon door alsof die hond er niet is, blijf soms eens staan en laat uw pup zitten, beloon, enz. Zo leert hij dat er geen reden is om bang te zijn of de hond zelfs een blik waardig te achten. Wanneer uw pup echter tijdens een wandeling naar de straatkant trekt en er plots een auto voorbijraast; is het geen slecht idee om te laten merken dat je zelf even schrok, hij zal die reactie onthouden en geleerd hebben : te dicht tegen de straatkant lopen is gevaarlijk, want mijn baas had plots angst. Wees dus heel bewust van elke reactie die u vertoont of niet vertoont, want uw hondje zal uw gedrag en gemoedstoestand feilloos oppikken en aan de hand daarvan van iets angst krijgen of net niet. Een klassieker is het hevige onweer of luide knallen van vuurwerk: de hond schrikt op, kijkt in eerste instantie naar zijn baas en indien die angstig reageert of plots zenuwachtig gaat rondlopen en alle rolluiken dichtdoet, dan heeft de hond geleerd: daar moet ik bang van zijn!!! Hoeveel mensen kent u die zich er niet van bewust zijn dat zij zelf dit angstige gedrag veroorzaakt hebben. En één keer is genoeg om de hond voor de rest van zijn leven van onder de bank te moeten halen na een onweer of vuurwerk! Reageer in zo’n geval dus totaal niet en uw hond zal leren: er is niks aan de hand, geen reden dus om angstig te zijn.

 

Enkele tips voor een goede start

Voor de eerste maal in zijn nieuwe thuis.

Uw puppy wordt pardoes in een geheel vreemde omgeving gezet. Hij ziet en vooral ruikt allerhande onbekende luchtjes van mensen en dingen. Alles is nieuw voor hem. Hij zal dus in het begin niet zo speels en dartel zijn. Hij heeft tijd nodig om te wennen.

Uw hondje verwacht van u de genegenheid en bescherming die hij ook bij zijn moeder en nestgenootjes voelde. Ondertussen is hij wel al gewend aan de afwezigheid van de moeder  maar zijn broertjes en zusjes waren tot nu toe zijn trouwe speelkameraadjes.

Laat hem rustig zijn nieuwe huis en tuin verkennen.

Waarschijnlijk zoekt hij een hoekje, het mandje dat u voor hem hebt klaargelegd, kan hij straal negeren. Dat is dan voor later. Hij heeft heimwee en valt in slaap. Laat hem gewoon wat met rust. Hij komt vanzelf wel uit zijn hoekje. U moet er wel rekening mee houden dat het misschien zelfs enkele dagen kan duren eer hij zich helemaal thuis voelt.

Behandel hem met zachtheid. Lawaai, plots beetpakken, maken jonge hondjes bang. Een ruwe behandeling kan hem voor zijn leven schaden  

Als hij zijn eigen plaatsje opzoekt om te slapen of als hij eet heeft hij het recht om met rust gelaten te worden.

Praat veel tegen uw hondje. Stel hem gerust. Hij verstaat geen woorden, maar de vriendelijke toon van uw stem zal hem vertrouwen geven. Als hij zin heeft om te stoeien speel dan met hem.

Als u uw hondje optilt, dient u erop te letten hem nooit onder de voorste poten te pakken zonder het achterste te ondersteunen. Til hem op door een hand onder zijn borst te plaatsen en de andere hand onder zijn achterwerk te houden. Laat jonge kinderen nooit zonder toezicht een hondje optillen. Pak hem niet bij zijn nekvel en laat hem niet bengelen.

 

Puppies en kinderen

Leer uw kinderen dat een hond geen speelgoed is, maar een levend wezen met eigen gevoelens. Vertel ze dat ze het hondje alleen mogen optillen als u erbij bent en leer hen hoe ze hem moeten vasthouden. Vermijd dat ze het hondje hard tegen zich aandrukken of hem laten vallen.

Let erop dat uw kinderen de pup laten slapen, rusten en eten zonder gestoord te worden en dat zij hem zeker niet plagen.

Als kinderen spelen met een pup,ook een golden retriever pup, gebeurt dit best toezicht . Denk eraan dat een pup nog opgevoed dient te worden en dus niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor elke huilpartij van kinderen. Bestraf de pup niet zomaar omdat het kind begint te huilen. (Dikwijls wordt de hond besraft voor iets wat de kinderen (on)bewust uitgelokt hebben). Dat betekent natuurlijk niet dat uw pup alles ongestraft mag doen.

 

Wennen aan de lijn

Begin uw hondje te wennen aan een halsbandje reeds voor hij naar de hondenschool gaat.Laat er hem vrij mee rondlopen.

Daarna moet u hem aan de leiband leren wennen. Dit kan door  rustig met hem rond te lopen in de tuin. Spreek hem toe en trek zijn aandacht zodat hij vanzelf volgt. De uiteindelijke bedoeling is dat hij wandelt met slappe lijn; laat hem de lijn niet straktrekken.

 

Beweging

Vanaf 8 weken heeft de pup vrij veel beweging nodig om naar lichaam en geest sterk en gezond  op te groeien. Het is echter af te raden een pup jonger dan vier maanden aangelijnd op een wandeling mee te nemen. Het is veel beter hem – als dat ergens in de buurt kan – wat te laten stoeien tot zijn botten steviger zijn.

Na vier maanden is een kwartier wandelen heus genoeg. Langzaamaan kunt u de afstand verlengen.

Trappenlopen is het eerste jaar ten zeerste af te raden. TRAPPENLOPEN is net als het maken van LANGE WANDELINGEN , het constant laten SPRINGEN op de achterpoten, het OVERVOEDEREN van uw hond (= het overbelasten van zijn poten), niet erg bevorderlijk voor de toestand van zijn HEUPEN. Voor een jonge hond betekent dit een te GROTE BELASTING. Al heeft hij dan nog HD-vrije ouders, toch bestaat dan een grote kans dat hij HEUPDYSPLASIE  zal krijgen.

Laat hem regelmatig een half uurtje vrij spelen.

 

Zindelijkheidstraining

Uw heeft vanaf 7 weken al een zindelijkheidsbesef, hem  moet dus  aangeleerd worden dat plassen buiten dient te gebeuren.  Het is vooral zaak goed op te letten, want als een pup “moet” is dat meestal dadelijk en natuurlijk kunnen er nog ongelukjes gebeuren. Wanneer je echter dezelfde routine hanteert vanaf dag 1 en hem ook steeds nadat hij geslapen, gespeeld of gegeten heeft buiten laat, zal uw pup op een paar dagen tijd zelf de weg kennen en aangeven wanneer ze iets moet doen.

Mochten er af en toe nog ongelukjes gebeuren, is het van cruciaal belang dat u uw pup niet straft, maar dadelijk reageert wanneer u het ziet gebeuren door bijv. in uw handen te klappen om de pup te laten opkijken, en hem dan onmiddellijk buiten te zetten. Beloon hem ook altijd uitbundig wanneer ze buiten iets doet, zo weet ze dat dit het gewenste gedrag is. Straffen is tijdens de zindelijkheidstraining nooit op zijn plaats; de pup begrijpt er niks van en het gevaar bestaat dat u de hond (onbedoeld) leert dat u kwaad wordt wanneer hij in uw aanwezigheid plast of poept. Wanneer dit “misverstand” eenmaal ontstaan is, zal de hond ook buiten niet meer willen plassen en poepen, omdat hij een correctie verwacht. De hond zal dan alleen nog “stiekem” (binnen) plassen op momenten dat u niet aanwezig bent of niet kijkt. U kunt zich voorstellen dat deze situatie - eenmaal ontstaan — heel problematisch is.

Niet al het binnenplassen komt voort uit onvoldoende zindelijkheidstraining!

Sommige honden doen zogenaamde deemoedplasjes. Het laten lopen van een beetje urine is een natuurlijke reactie van een hond, die een andere hond of een mens wil laten weten dat de ander veel hoger in rang is dan hijzelf. Met andere woorden : het is een manier om respect te tonen. Deemoedplasjes worden gedaan in situaties waarin de hond onzeker is (bijvoorbeeld wanneer hij wordt gestraft) en is bedoeld om eventuele agressie van de ander te remmen. Pups doen sneller een deemoedplas dan een volwassen hond, maar ook bij sommige (deemoedige) volwassen honden zien we dit gedrag.

Plassen kan ook een gevolg zijn van grote opwinding. Mensen (vooral kinderen) kennen dit ook; zij plassen in hun broek van het lachen, en ook bij grote angst! Het is heel belangrijk dat u  het plassen uit deemoed (en/of vanwege grote opwinding) niet verwart met onzindelijkheid. U mag namelijk het plassen uit deemoed nooit bestraffen, hoe vervelend u het wellicht ook vindt! Uw hond zal uw gemopper niet begrijpen, en zal ervaren dat u hem bestraft wanneer hij zijn respect toont voor u en hij juist probeert uw (eventuele) agressie te remmen. Niet alleen zal dat het vertrouwen tussen hond en baas behoorlijk schaden, het zal ook het probleem verergeren. Uit onzekerheid, om nog duidelijker te laten zien dat u echt hoger in rang bent dan hij en om nog meer te proberen uw agressie te remmen, zal de hond méér deemoedplasjes gaan doen. Met andere woorden: mopperen/straffen verergert dit probleem.
Wanneer uw pup zindelijk is wanneer u thuis bent, maar onzindelijk wanneer u hij alleen thuis is - zelfs al is dat maar voor even - dan kan dit een aanwijzing zijn voor verlatingsangst.


Alleen leren zijn / benchtraining


Verlatingsangst, oftewel niet alleen kunnen zijn, is een gekend probleem bij heel veel huishonden. Dat is ook niet verwonderlijk en daar zijn 2 goede redenen voor:

  1. De hond is een roedeldier en zijn natuurlijke reflex is dat het groepsleven hem zekerheid biedt, en dat alleen achterblijven een grote bedreiging is. Hij raakt bijzonder gestresseerd en zal via allerlei ongewenst gedrag een uitweg zoeken voor die stress : uren blaffen, allerlei zaken kapotbijten, het behang van de muren trekken, enz.

  2. Weinig mensen beseffen het bovenstaande en leren hun pup niet tijdig alleen te zijn. Wanneer deze dan plots na bijv. 2 weken dat u thuis was enkele uren alleen moet blijven, zal hij zich heel onzeker voelen, want hij heeft niet geleerd dat de baas altijd terugkomt en dat er geen reden is om onzeker te zijn. De gevolgen zijn bekend.

Dit is dan ook één van de belangrijkste lessen die uw pup zal moeten leren: alleen zijn is niet erg, want de baas komt ALTIJD terug. Wees gerust : niet evident voor een puppy van 7 weken oud die nog nooit moederziel alleen is geweest! Begin hier dan ook tijdig aan. Het zal u enige tijd en geduld kosten vooraleer u hem met een gerust hart een paar uur alleen kan laten.

Veel mensen laten hun pup van 7 weken vanaf dag 1 alleen in de keuken slapen. Die eerste nacht zal het hondje zonder enige twijfel hartverscheurend janken en blaffen omdat hij zich verlaten en heel alleen op de wereld voelt. Indien u een volhardend typetje heeft, kan het meer dan een week duren eer de pup ophoudt met janken. Deze methode verooorzaakt veel stres en kan vermeden worden. Wij opteren dan ook voor een andere aanpak: leg uw pup de eerste nachten in uw omgeving, uw aanwezigheid zal hem kalmeren en hij zal veel makkelijker in slaap vallen. Een  gesloten kamerkennel (metalen kooi, ook wel bench genoemd) is vaak een goede oplossing. Wanneer de pup ‘s nachts rustig inslaapt en niet langer jankt, kan je de bench gaan verplaatsen, steeds iets verder van u weg. Zo kan je rustig de afstand tussen u en de pup vergroten tot hij op de plaats ligt waar je wil dat hij altijd zal slapen.

Voorwaarde is wel dat u de bench als iets prettigs laat ervaren, een veilig hol, het eigen plaatsje waar de pup graag ligt om te rusten of te slapen.

Om dit te bereiken is ook enige training aan de orde. Een bench, of kamerkennel of hondenbox, is een metalen kooi die speciaal voor honden is bedoeld. Het gebruik van de bench kan erg nuttig zijn bij de zindelijkheidstraining en bij het voorkomen van probleemgedrag bijvoorbeeld wanneer de hond alleen is. Het gebruik van de bench maakt een mand overbodig.


Wat zijn nu de voordelen van het gebruik van een bench?

  1. Uw pup zal zich prettiger voelen in de bench wanneer hij alleen thuis moet blijven. De bench is voor de hond een soort hol waarin het veilig vertoeven is, zoals honden in het wild ook een veilig hol hebben. De kans dat de hele buurt bij elkaar wordt gejankt, is daarom ook een stuk kleiner!

  2. Uw hond krijgt de kans niet om te gaan knagen aan alles en nog wat terwijl u weg bent.

  3. Wanneer uw pup nog niet (helemaal) zindelijk is, vergroot het gebruik van de bench de kans dat het toch “droog” blijft terwijl u weg bent (Ook ‘s nachts!).

Een hond zal namelijk zijn eigen hol niet graag bevuilen. Alleen in uiterste nood (en zo lang blijf je natuurlijk niet weg) zal de hond in de eigen bench plassen of poepen. Niet alleen scheelt u dit een hoop dweilen; het is ook belangrijk dat het proces waarin het een gewoonte wordt om alleen buiten te plassen en te poepen niet te doorbreken. Ideaal bij de zindeljkheidstraining van uw pup.
Voordat u hem in de bench opsluit wanneer hij alleen thuis moet blijven, moet u ervoor zorgen dat de hond de bench als een prettige, veilige, ligplaats gaat beschouwen. U zet de bench  liefst op een plek van waaruit de hond de kamer goed kan overzien (de meeste honden vinden dit prettig). In de bench legt u een deken of iets dergelijks, zodat de ondergrond aangenaam is om op te liggen.

Om de hond te wennen aan de bench geeft u hem een lekkere kluif die hij in de bench op mag eten. Het deurtje van de bench blijft open, maar als hij een kluif of KONG wil meenemen naar een andere plek brengt u hem rustig terug naar de nieuwe “plaats”. Dit houdt u een aantal dagen vol; iedere kluif of ander lekkers die de hond krijgt laat u in de bench opeten. U kunt het beste pas doorgaan met de volgende stap wanneer de hond geen aanstalten meer maakt om de kluif mee te nemen naar een andere plek, maar rustig in de bench blijft liggen totdat het lekkers is verorberd.
Is de hond eenmaal zover, dan gaat u door met de volgende stap. Iedere keer wanneer de pup wil gaan slapen, bijvoorbeeld na een wandeling of een spelletje, dan brengt u hem rustig naar de bench. Als hij in de bench gaat liggen (al dan niet op uw aanwijzing) beloont u hem door een speeltje of iets lekkers in de bench te geven. Wanneer hij uit de bench komt met de bedoeling om op een andere plek te gaan slapen, brengt u hem, net zoals eerst met de kluif, weer rustig terug naar zijn plaats.

Is de hond zover, dat hij zonder problemen in de bench wil liggen slapen en deze zelfs regelmatig zelf opzoekt, dan sluit u als de hond gaat slapen voor een tijdje het deurtje. U geeft hem hierbij de eerste keer weer iets lekkers. U gaat nog niet weg, dat is pas de laatste stap. Mocht hij nu toch onrustig worden en/of gaan janken of blaffen, dan is het heel belangrijk dat u juist nu goed reageert. Dat wil zeggen: zolang de hond onrustig is, negeert u hem volkomen! U mag hem vooral niet troosten of geruststellen, want dan voelt hij zich beloond voor onrustig gedrag. Ook kunt u beter niet mopperen, want ook dan krijgt hij toch aandacht van u en dat is precies waar hij om vraagt.
Zodra uw pup  stil is, ook al is het maar even, gaat u op dat moment naar hem toe. Wees niet uitbundig, maar open gewoon het deurtje alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Het is niet de bedoeling dat u door uw gedrag de indruk wekt alsof er iets heel bijzonders is gebeurd. Pas wanneer hij rustig in de bench blijft liggen met het deurtje dicht, terwijl u thuis bent, neemt u de laatste stap. Als u (eerst voor korte tijd) weggaat, sluit u uw pup op in de bench. Geef eerste keer weer iets lekkers.
Een extraatje om uw pup zover te krijgen dat hij uit zichzelf met plezier in de bench gaat is nog het volgende. Leg regelmatig een paar hondenbrokjes of ander lekkers achter in de bench, op een moment dat hij niet ziet dat u dit doet. Uw pup zal het al gauw de moeite vinden om telkens weer in zijn bench te gaan kijken of er misschien wel weer “zo maar” wat lekkers ligt.
Misschien denkt u, als u dit verhaal gelezen heeft, dat een goede bench-training erg veel tijd en moeite zal kosten. In de meeste gevallen kunt u de omschreven stappen echter al binnen één tot twee weken allemaal doorlopen. Wel is het belangrijk dat u uw pup echt stap voor stap aan de bench laat wennen en dat u daar zoveel tijd voor neemt als hij nodig heeft. Het resultaat moet namelijk zijn, dat hij probleemloos alleen kan blijven in de bench, omdat hij dit als zijn eigen veilige ligplaats ziet. U mag de hond daarom ook nooit als straf in zijn bench sturen (want dan wordt het juist een vervelende plek)! Zorg er ook voor dat niemand de pup stoort wanneer hij in de bench ligt. De bench moet juist een plek zijn waar hij zich rustig kan terugtrekken.

 

Opvoeding en gehoorzaamheidstraining


Hierna volgen enkele algemene principes die je steeds in je achterhoofd moet houden bij de opvoeding en training van je hond :

 

  • Autoritair zijn

Je moet het hondje door volgehouden autoriteit de baas zijn. Slaan en stampen is niet autoritair zijn, maar eerder een teken van onmacht. De toon van de stem bepaalt zo goed als alles.

  • Consequent zijn

Eens iets toelaten, blijft toelaten. (vb ééns in de zetel, altijd in de zetel). Eens iets verboden, altijd iets verboden. Een hondenleven bestaat uit regelmaat. Bovendien blijft ook de vriendelijkste hond proberen of en hoe hij zijn terrein en zijn autoriteit verder kan uitbreiden.

  • Bevelen

Deze moeten kort zijn. Zinnen of vragen worden door een hond niet begrepen. Hou steeds dezelfde woorden aan voor dezelfde bevelen (vb “lig” of “af” = liggen) Twee woorden met eenzelfde klank werken verwarrend (“sta” of “ga”). Bevelen dienen steeds uitgevoerd te worden onder alle omstandigheden. De intonatie van de stem is van het grootste belang : een streng en hard bevel werkt corrigerend. Probeer het veelvuldig gebruik van bevelen te vermijden. Een duidelijk kort bevel mot gevolgd worden door het uitvoeren en, indien het goed gebeurt door een beloning.

  • Straffen en belonen

Wij straffen en belonen ONMIDDELLIJK na de feiten. Het heeft geen zin uw hondje te straffen voor iets dat zich enkele uren of zelfs minuten geleden voorgedaan heeft. Hij ziet dan totaal geen verband meer en het zal alleen maar schadelijk zijn voor de goede relatie met uw hondje. Als je hondje na 10 keer roepen moeizaam tot bij jou komt en hij krijgt dan  “een klap rond rijn oren”  wegens ongehoorzaamheid, komt hij nooit meer.

 

Hoe kunnen wij straffen?

  • “neen” = verbetering

  • “foei” = laatste waarschuwing

  • zachte tik op de snuit of de bek even toeduwen bij het bijten of vervelend gedrag

  • enkel de zwaarste straf : bij het nekvel pakken en door elkaar schudden (niet door kinderen laten doen). Op die manier straft ook een moederhond als een pup zwaar over de schreef gaat.

     

Hoe kunnen wij belonen?

  • “braaf” of andere lieve woordjes toespreken

  • uitbundig strelen

  • hondensnoepje (geen zoet), maar liefst zo weinig mogelijk (zie ook voeding)

  • spelen met het hondje

Wat we hiervoor allemaal besproken hebben betreffende zindelijkheid, gewenning aan nieuwe zaken, mensen en situaties, alleen leren zijn, heeft natuurlijk alles te maken met opvoeding en training.

Onder opvoeding verstaan wij het aanleren en doen naleven van de leefregels in huis en daarbuiten. Voorbeelden hiervan zijn:

  • buiten plassen

  • leren wachten tot de baas gegeten heeft voor zelf eten te krijgen, niet bedelen

  • leren rustig alleen zijn

  • leren wachten als de deur opengaat, altijd als laatste door de deur gaan

  • niet opspringen

  • enz.

Het gaat hier dus om algemene regels die van toepassing zijn in het dagelijkse leven. Wees hierin heel consequent, want verkeerde gewoontes zijn snel aangeleerd, en deze regels moeten door alle gezinsleden gehanteerd worden! Als uw pup bijvoorbeeld niet in de zetel mag, mag hij dat NOOIT. Mag hij dat wel; dan mag dat ook ALTIJD en niet alleen als de pootjes droog zijn, een hond begrijpt dat namelijk niet en kan hierdoor, wanneer u veel van dit soort inconsequent gedrag vertoont, uw leiderschap in twijfel gaan trekken, waardoor u al snel met een dwingeland opgescheept zit die baas speelt over de gezinsleden.
Eén van de zaken die men vaak vergeet is dat elk lid van het gezin met de hond moet bezig zijn, vooral wanneer je pup jong is. Vaak leert de hond het snelst wanneer slechts 1 persoon hem nieuwe zaken aanleert. Ook al denkt u dat 2 personen iets op exact dezelfde manier aanleren, er zijn toch steeds kleine nuances die de hond opmerkt en waardoor hij in de war kan geraken. Wanneer hij echter iets behoorlijk onder knie heeft, bijv. zitten, dan is het heel belangrijk dat alle andere gezinsleden deze oefening herhalen. Zo leert hij dat iedereen binnen het gezin de baas is, en dat hij onderaan de ladder staat. Indien u dit niet doet, zal de hond de andere gezinsleden één voor één gaan uittesten. Wij mensen vinden dat zoiets zielig klinkt, maar voor een hond is het de wet van de natuur: voor je pup bestaat er geen democratie, enkel een duidelijke hiërarchie, die moet gerespecteerd worden, van beide kanten, zonder geweld, maar met duidelijk en consequent gedrag.

 

Gehoorzaamheidsoefeningen


De dagelijkse leefregels aanleren is dus een constante training, die altijd onderhouden moet worden. Daarnaast gaan we specifieke gehoorzaamheidsoefeningen aanleren, zoals zitten, mooi aan de lijn lopen, liggen, blijven, komen, enz. Doe dit altijd op een moment dat de pup goed uitgeslapen is, de behoefte heeft gedaan en het al een tijdje geleden is dat hij gegeten heeft. Neem er uw tijd voor maar train liever elke dag 4 of 5 keer vijf minuutjes dan elke dag een half uur. Je pup is nog te jong om zich lang te kunnen concentreren en een gouden regel bij de training is: stop op het moment dat de puppy nog met z’n volle aandacht bij de les is en stop op het moment dat hij het goed gedaan heeft, ook al moet u daarvoor soms een oefening doen die hij al kan. Wees rustig en bouw elke oefening op zodat hij weet wat u verwacht en geef pas een bevel aan een oefening wanneer je pup al een beetje begrijpt wat u bedoelt.
Om hem te leren gehoorzamen in de nabijheid van andere honden is het aan te raden een goede hondenschool te zoeken waar u goed begeleid wordt.